Toezeggingen


« Terug


ID98
Datum toezegging1/29/2018
OnderwerpRenterisicobeheer
Toezegging(en)Wethouder Vreeswijk zegt toe schriftelijk te zullen reageren op de vraag van de VVD fractie waarom de rentevisie geen deel meer uitmaakt van de kadernota endeze alleen nog maar ter kennisname naar de raad wordt verzonden.
PortefeuillehouderH.J.C. Vreeswijk
Stand van zaken06/02/2018 college: In de voorgaande Financiële verordening 2014 (art. 7 lid 3) was vastgelegd dat iedere twee jaar in de kadernota een voorstel wordt gedaan voor de rente die wordt toegerekend aan grondexploitaties, reserves e.d. Met het nieuwe BBV en de Notitie rente 2016 is deze systematiek gewijzigd. Daarom is in de nieuwe Financiële verordening (art. 12 lid 6) vastgelegd hoe de rekenrente wordt bepaald. De gemeente heeft hierin nauwelijks keuzemogelijkheden. De rekenrente volgt uit namelijk uit het daadwerkelijk betaalde rentebedrag uitgedrukt in de boekwaarde van de activa. De rentevisie is daarmee niet meer van toepassing voor de besluitvorming rond de rekenrente. Wel kunnen we op deze manier een verandering van de rekenrente zien aankomen, zodat de rekenkundige uitkomst volgens de regels van het BBV tijdig in de begroting kan worden verwerkt. Daarnaast is de rentevisie van belang voor de vooruitblik naar komende financieringen en/of uitzettingen. De gemeente kan op basis van de verwachte renteontwikkeling op een zo adequaat mogelijk tijdstip leningen aangaan of (vervroegd) aflossen. De verwachte renteontwikkeling wordt opgesteld bij de uitgangspunten van de begroting. Ook wordt deze verwoord in de paragraaf financiering van de programmabegroting. Omdat de rekenrente nu een resultante is van vooraf bepaalde formules, is het kaderstellende karakter vervallen en heeft de raad geen rol meer in het vaststellen daarvan.
Datum afgehandeld2/6/2018