Een begrotingswijziging is het instrument van het algemeen bestuur om gedurende een jaar bijstellingen op de vastgestelde jaarbegroting door te kunnen voeren. Het college stelt twee maal per jaar een bestuursrapportage vast over de voortgang en afwijkingen van de in de begroting opgenomen uitgangspunten. In de Burap vermelde afwijkingen en ontwikkelingen worden vervolgens vertaald in een door het algemeen bestuur vast te stellen begrotingswijziging voor zover deze voldoen aan de hiervoor geldende criteria, die zijn opgesteld in overleg met de commissie BMZ (rechtmatigheid, uitwerking besluiten algemeen bestuur en transparantie).
In de voorgestelde 2e begrotingswijziging 2021 komen de bijstellingen op de exploitatie en op de investeringsbegroting aan de orde die voortvloeien uit de 2e Burap 2021 en die aan deze criteria voldoen.
Door middel van een quickscan wil de Rekenkamercommissie (Rkc) het algemeen bestuur inzicht verschaffen in de wijze waarop Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zijn rol vervult binnen het netwerk van partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van maatregelen die bodemdaling in het veenweidegebied moeten remmen. Daartoe biedt de Rkc thans het onderzoeksrapport ‘Samenwerking aanpak bodemdaling’ aan ter behandeling door commissie en AB.
Op 2 februari 2021 werd in de commissie BMZ het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie (Rkc) besproken inzake de sturing op grote projecten. Het doel van het onderzoek was om inzicht te bieden aan het AB hoe het zelf invulling geeft aan zijn kader stellende en controlerende taken en hoe het DB invulling geeft aan zijn taken ten aanzien van de ontwikkeling en uitvoering van specifieke projecten. In de bespreking van het rapport in de BMZ Commissie kwamen vanuit het AB wisselende reacties op de tienaanbevelingen van de Rkc. Daarom is voorgesteld om een ad hoc werkgroep in het leven te roepen om de invulling van de aanbevelingen te bespreken. Een naar aanleiding hiervan opgesteld memo door de werkgroep is op 8 juni 2021 besproken in de gecombineerde commissie BMZ/SKK en is toen teruggelegd bij de werkgroep. Dit heeft geresulteerd in een aanpassing van het memo door de werkgroep, waarin wordt uitgegaan van het overnemen van de aanbevelingen van de Rkc en waarbij de werkgroep een aanvullend voorstel voorlegt aan het AB over de aanpak van de uitvoering van deze aanbevelingen.
Ook dit jaar worden de concept-Begroting 2022 en de belastingtarieven in dezelfde vergadering (24 november 2021) ter besluitvorming aan het algemeen bestuur voorgelegd. Dit heeft tot gevolg dat het vaststellen van de belastingverordeningen 2022 niet in december plaatsvindt maar in november.
Met dit voorstel worden de tarieven voor de waterschapsbelastingen 2022 ter vaststelling van het algemeen bestuur aangeboden. Deze tarieven zijn in het ontwerp-besluit als wijziging verordeningen watersysteemheffing, zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing verwerkt. De door het college voorgestelde tarieven voor zowel de watersysteemheffing als de zuiveringsheffing zijn ook opgenomen in de ontwerp-Begroting 2022 die in dezelfde vergadering aan het algemeen bestuur ter besluitvorming voorligt. Dat betekent ook dat de belastingopbrengsten en mutaties van de egalisatiereserves, waar deze tarieven toe leiden, in de begroting als dekking voor de netto-kosten zijn opgenomen.
